Kanunnik Jansen (1928-1949)

Vanaf 1928 hernam Taxandria zijn activiteiten. Het nieuwe bestuur koos Kanunnik Jansen als voorzitter, die zich stilaan opwerkte als levend symbool van de Kring. De opdracht bestond uit de verdere uitbouw van het museum en het heractiveren van de werking van de Kring door het houden van vergaderingen en het uitgeven van een tijdschrift. Even was er sprake om de museumcollectie van Taxandria onder te brengen in het lokaal van de Weldadigheid in de Otterstraat. De Bestendige Deputatie had nochtans de verkoop van het gebouw aan de stad afgelast. De enige oplossing was het bestaande gebouw in de Mermansstraat te vergroten. Taxandria werd een stadsmuseum.

In 1930, bij de uitgestelde viering van het 25-jarig bestaan, mocht de kring zich voortaan “koninklijk” noemen, terwijl in 1931 de kring werd omgevormd tot een vereniging zonder winstoogmerken. De nieuwe statuten van dat jaar vermeldden een licht gewijzigde naam: Taxandria Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring der Antwerpsche Kempen.

Vele jaren bleef kanunnik Jansen zich energiek inzetten als voorzitter niettegenstaande hij ver buiten Turnhout woonde. Toen hij in 1936 op rust werd gesteld, vestigde hij zich definitief in zijn stad. In 1937 schonk hij zijn rijke bibliotheek en een deel van zijn verzameling aan de stad. Het Taxandriamuseum onderging een vernieuwing en werd in dat jaar plechtig heropend. Het archief en de bibliotheek verhuisden naar de tweede verdieping van het Steentje. De collectie, afkomstig van Taxandria en kanunnik Jansen vormde de basis van de Wetenschappelijke bibliotheek Taxandria, die waarschijnlijk als de rijkste van de Kempen mag genoemd worden. Deze seminarie- en onderzoeksbibliotheek bevat oude en nieuwe drukken, uitgaven van Kempische schrijvers, werken over geschiedenis, economie, sociale wetenschappen, volkskunde, familiekunde en andere onderwerpen. Belangrijk is de verzameling tijdschriften en weekbladen waarvan soms maar één exemplaar bekend is.

Door toedoen van de kanunnik werd het belang van het toerisme voor stad en streek benadrukt en richtte men, in de schoot van de kring, een toeristische dienst op. Na enkele jaren van inactiviteit tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg Taxandria twee bijkomende, nieuwe belangstellingspunten: de heemkunde en de toponymie.

In 1949 overleed onverwacht kanunnik Jansen.